Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En hun kinderen spraken [56]half Asdodisch, en zij [57]konden geen Joods spreken, maar naar de taal [58]eens iegelijken volks. 56. Anders, de helft hunner kinderen, of een deel. 57. Hebreeuws, zij onderkenden niet, of onderscheidden niet. 58. Hebreeuws, van volk en volk; dat is, van het ene en het andere volk, elk zo hij van zijne moeder geleerd had, hebbende alzo een verbasterde taal met een verbasterde religie.